Capatect Universaldübel 053

Voorbereiding van de ondergrond

Let op het egaal verlijmen (randverlijming) van de isolatieplaat.
De lengte van de plug is afhankelijk van de dikte van het isolatiesysteem en de verankeringsdiepte van de draagkrachtige ondergrond.

Montage

Gebruik een boormachine (bij bakstenen, kalkzandsteen en cellenbeton zonder slag- en hamerwerking) om een pluggat van Ø 8 mm haaks in de dragende ondergrond te boren.
Boor de gaten minstens 10 mm dieper dan de vereiste verankeringsdiepte. Na aanbrengen moet de plugschotel gelijk liggen met het oppervlak, verdiept, verzonken of op de wapening. Gebruik alleen de voorgeschreven gereedschap. Verwijder voor het plaatsen van de plug het boorstof uit het boorgat om de vereiste verankeringsdiepte te garanderen.

Montage gelijk met het oppervlak
Boor een gat door de isolatieplaat in de dragende ondergrond. Boordiepte voor ondergronden van categorie A, B, C, D: min. 35 mm. Boordiepte voor ondergronden van categorie E: min. 75 mm. Plug en combinatieschotel is afhankelijk van het type isolatiemateriaal. Capatect Universaldübel 053 in het geboorde gat plaatsen en gelijk met het oppervlak vastschroeven met een Torx T30 bit (zonder slagschijf) totdat de plugschotel/pluganker met combinatieschotel vlak op de isolatieplaat of op de wapening ligt. Het schroefgat met Capatect Universal PS-Stopfen 052 afdichten.

Verzonken montage
Boor een gat door de isolatieplaat in de dragende ondergrond. Boordiepte voor ondergronden van categorieën A, B, C, D: min. 50 mm. Boordiepte voor ondergronden van categorie E: min. 90 mm. Stel de Capatect Universaldübel-Tool 053/02 in op de juiste pluglengte door het steunelement axiaal te verplaatsen op de instelas. Let er bij het afstellen op dat u alleen de aanslagschijf vastpakt en niet de snijplaat! Plaats de Capatect Universaldübel 053 in het geboorde gat en schroef deze vast met behulp van een Torx T30 bit en de benodigde snijplaat, waarbij u in een cirkelvormig patroon in de isolatieplaat snijdt en de plugschijf verzinkt tot een diepte van ca. 20 mm. Als er onvoldoende verankering in de ondergrond is bij het plaatsen van de plug, wordt de plugschijf niet verzonken. In dit geval de plug op voldoende afstand ernaast opnieuw zetten. Dek de plug af met de bijbehorende Capatect Universaldübel-Rondelle.

Let op!
Kort snijplaat voor isolatieplaten d = 80 mm
Lange snijplaat voor isolatieplaten d > 80 mm

Verdiepte montage
Boor een gat door de isolatieplaat in de dragende ondergrond. Boordiepte voor ondergronden van categorie A, B, C, D: min. 50 mm. Boordiepte voor ondergronden van categorie E: min. 90 mm. Steek het Capatect Universaldübel 053 door de Capatect Themozylinder 154 en laat deze vastklikken. Steek deze combinatie (plug + Thermozylinder) in het boorgat en druk deze in de isolatieplaat tot aan de rand van de Capatect Thermozylinder 154. Draai de plugschroef in met een Torx T30 bit tot de Capatect Thermozylinder 154 gelijk ligt met de isolatieplaat. Dek de plug af met de bijbehorende Capatect Universaldübel-Rondelle.

Bepalen van de pluglengte:
L_a > h_nom+ t_tol+ h_D
L_a = Pluglengte
h_nom= noodzakelijke verankeringsdiepte
t_tol = Tolerantie (lijmlaagdikte) en indien nodig niet draagkrachtige ondergrond
h_D = Isolatiedikte

De tolerantie bestaat uit:
+ Dikte van niet-dragende lagen (dikte van oud pleisterwerk, HWL-platen, gipsplaten, etc. indien aanwezig, de oude pleisterlaagdikte is vaak ca. 20 mm)
+ Dikte van de lijmlaag na het aandrukken van de isolatieplaten op de muur (meestal ca. 10 mm)
+ Extra egaliseren van geveloneffenheden
+ Indien nodig, dikte van de wapeningslaag voor het doorboren van het wapeningsweefsel.

Veiligheidsvoorschriften (stand conform laatste uitgave)

Uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.

Toelating

ETA-04/0023
ETA-04/0009

Servicecentrum

DAW Coatings Nederland B.V.

Tel.: (+31) (0)33 247 50 00
Fax: (+31) (0)33 247 50 12
e-mail: info@dawcoatings.nl

Kijk ook op www.dawcoatings.nl